Op zoek naar het verborgen verleden
Als specialist cultuurhistorie bij GLK onderzoek ik al 27 jaar de sporen die mensen zo’n 7000 jaar in het landschap hebben achtergelaten. Soms zijn die duidelijk zichtbaar, maar regelmatig worden nieuwe verborgen schatten ontdekt. Zo is er recent een Romeins legerkamp in een van onze terreinen gevonden. Fascinerend dat je zulke oude geschiedenis bij ons kunt vinden!

Andere ondergrondse schatten zijn bijvoorbeeld grafheuvels en onderduikholen. Toch blijft er nog veel onbekend over wat zich allemaal in de gebieden van GLK bevindt en welke cultuurhistorische waarde dat heeft.
Om daar meer grip op te krijgen, zijn we in 2019 begonnen met een omvangrijke inventarisatie. Daarvoor werk ik samen met allerlei bureaus die gespecialiseerd zijn in onderdelen van de cultuurhistorie. Dat is heel erg leuk, want zo zit ik de ene week om tafel met archeologen, een volgende met tuinkunsthistorici en dan weer met een Tweede Wereldoorlog-specialist. Die afwisseling maakt het werk ontzettend boeiend, al die verschillende vakgebieden komen in onze terreinen samen. Zij helpen mij de waarde van de cultuurhistorie boven en in de grond in kaart te brengen.
Nieuwsgierig én onderzoekend
Voor dit werk heb je een flinke dosis nieuwsgierigheid nodig, maar ook een scherp analytisch vermogen. Ik moet immers begrijpen waarom onderzoekers tot bepaalde conclusies komen. Daarom kijk ik veel in het landschap wat er allemaal zichtbaar is en bestudeer ik onderzoeksrapporten.
Goed beheer begint met weten wat we hebben en waarom iets waardevol is. Vervolgens is het mijn taak om onze beheerders te adviseren hoe ze het erfgoed het beste kunnen beschermen. Met de afdeling communicatie en anderen kijken we hoe we het verhaal achter het erfgoed kunnen vertellen.
Onzichtbaar erfgoed weer zichtbaar
Ik vind het belangrijk om mensen bewust te maken van de geschiedenis die onder hun voeten verborgen ligt en hoe GLK die beschermt. Het besef dat je op een plek staat waar duizenden jaren geleden ook al mensen stonden, creëert een bijzondere band met het verleden. Dat voel je bij een geschiedenisles in een klaslokaal of een voorwerp in een museum minder.
Hoe we dit erfgoed toegankelijk maken, hangt af van de locatie en context. Ligt een plek langs een bestaande wandelroute, dan kunnen we die bijvoorbeeld met informatieborden toelichten.
Soms zijn andere oplossingen nodig. Ik ben bijvoorbeeld ontzettend trots dat we een ijzertijdboerderij hebben nagebouwd. Dat maakt het een stuk makkelijker om je voor te stellen hoe mensen 2.500 jaar geleden leefden. Op landgoed Mariëndaal bij Arnhem hebben we een voormalig klooster digitaal tot leven gebracht: met een smartphone kun je virtueel door het klooster wandelen en het leven van monniken ervaren. Op deze manier maken we het verborgen verleden weer tastbaar.
Goed beschermd in de bodem
Opgravingen doen we zelden, dat mag volgens de wet alleen als een vondst in gevaar is. In de bodem blijven archeologische resten namelijk meestal het best bewaard. Ons onderzoek richt zich puur op beheer en behoud. Bijkomend voordeel: goed bodembeheer komt niet alleen de cultuurhistorie ten goede, maar ook de natuur. We zijn inmiddels halverwege met de inventarisatie van al onze terreinen.
Naast dit doorlopende werk, sluit ik aan bij projecten die op onze terreinen plaatsvinden. Bijvoorbeeld projecten op het vlak van herstel of het zichtbaar maken van cultuurhistorie, maar ook projecten in het kader van natuurherstel. Als je met natuurontwikkeling bezig gaat, wil je zeker weten dat je niet en passant allerlei cultuurhistorie omver schopt. Ook is het soms mogelijk om tegelijk cultuurhistorie beter zichtbaar te maken in natuurprojecten, dat is dan dubbel winst. Natuur, cultuurhistorie en landschap zijn voor GLK alle drie even belangrijk en onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Moderne technieken
Wat ik nog altijd hoop te ontdekken, is de oorspronkelijke locatie van kasteel Staverden. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat het vroegere kasteel niet ligt op de plek van het huidige kasteel, maar na 15-20 jaar heb ik het nog steeds niet gevonden. Maar wie weet wat de toekomst brengt…
Moderne technieken bieden steeds meer mogelijkheden om verborgen erfgoed op te sporen. Het Actueel Hoogtebestand van Nederland (AHN) is daar een goed voorbeeld van. Hiermee kunnen subtiele reliëfs in het landschap worden geanalyseerd, wat bijvoorbeeld heeft geleid tot de ontdekking van veel meer Celtic fields (raatakkers) dan we eerder dachten. Waar ze voorheen met behulp van luchtfoto’s alleen zichtbaar waren in akkers en op heides, weten we nu dat ze ook in bossen te vinden zijn. Daar zijn ze bovendien veel beter bewaard gebleven. Zelfs op plekken waar we ze niet verwachtten, zoals op de Loenermark, zijn ze met deze techniek toch ontdekt.
Met behulp van nieuwe technologieën en samenwerkingen blijven we stukje bij beetje het verborgen verleden onthullen. Wie weet welke vondsten ons nog te wachten staan!
