Algemene Veen, Hoenwaard en Wiessenbergse Kolk
Ontdek Algemene Veen, Hoenwaard en Wiessenbergse Kolk
Algemene Veen, Hoenwaard en Wiessenbergse Kolk zijn drie afwisselende kleine natuurgebieden in het IJsseldal ten oosten van Hattem. Hier komen de dynamiek van de rivier en de rust van de heide samen.
Waarom is dit natuurgebied belangrijk?
Het Algemene Veen is een van de weinige plaatsen in ons land waar je nog kunt wandelen in een jeneverbesstruweel: een groep dicht bij elkaar gegroeide jeneverbesstruiken. Sommige van deze struiken zijn al bijna 100 jaar oud. Het is heel bijzonder dat het in dit gebied goed gaat met de jeneverbesstruik.
Natuur
Uiterwaarden en heide
In het meest noordelijke puntje van Gelderland raakt de Veluwe het IJsseldal. Hier liggen twee bijzondere uiterwaarden en een hoger gelegen heidegebied met onder meer jeneverbesstruiken. De invloed van ijs, wind en water zijn goed in het landschap te zien. Ook de latere ingrepen van de mens in het gebied zijn goed zichtbaar.
Dieren
Je kunt hier de typische soorten van hei en bos tegenkomen, maar óók de diersoorten van het natte uiterwaardengebied. Sommige van die diersoorten zijn zeldzaam.
Water- en weidevogels
De twee uiterwaardengebieden zijn een paradijs voor water- en weidevogels. Enkele van de meer zeldzame soorten zijn roerdomp, blauwe kiekendief, kwartelkoning en ijsvogel. In de winter is de Wiessenbergse Kolk een toevluchtsoord voor de kleine zwaan. In de plassen van dit gebied komen de kleine modderkruiper en de kleine watersalamander voor.
Veluwe
In het Algemene Veen komen veel typische bos- en heidesoorten voor: ree, konijn, vos en specht. Langs het Apeldoorns Kanaal vindt u ijsvogels en reigersoorten. Het gebied vormt een natuurlijke overgang tussen de Veluwe en de rivier. Er wordt gewerkt aan de verbetering van die verbinding, zodat bijvoorbeeld edelherten en andere dieren van de Veluwe naar de uiterwaarden kunnen trekken.
Hezenberg
Vanaf het dijkje langs het Apeldoorns Kanaal heb je een mooi uitzicht over de plassen, houtwallen en graslanden van de Hoenwaard en de Wiessenbergse Kolk. Bij hoog water staan deze uiterwaarden grotendeels onder water. Alleen de Hezenberg en de wal langs de IJssel steken er dan nog bovenuit.
Broekgronden
Achter de dijk ligt een oud ontginningsgebied, het Algemene Veen. Het is een restant van de oorspronkelijke – natte – broekgronden rond Hattem. Het is een afwisselend gebied met veel hoogteverschillen. Op het hoge zand groeit heide, bos en struikgewas. In de lager gelegen delen liggen enkele opvallende waterpartijen, ‘kolken’.
Locatie & voorzieningen
Locatie
Kerkhofdijk
8051 DE Hattem
Regio Veluwe – Gemeente Hattem
Verworven 1981 – Oppervlakte 99 ha
Voorzieningen
-
Wandelen
-
Fietsen
Geschiedenis
Het gebied is een levende geschiedenisles op een paar vierkante kilometer. Overal in het landschap zijn nog sporen van het verleden terug te vinden.
Dekzandruggen
Tussen de hooggelegen Veluwe en de laaggelegen rivier ontstonden in de laatste ijstijd zogenaamde ‘dekzandruggen’. Dat zijn langgerekte zandbanken van vaak wel een paar meter hoog. De Hezenberg is hiervan een restant. Bij het Algemeene Veen brak de rivier door een dergelijke zandrug. Zo ontstonden de typische kolken in dat gebied. Dit soort ‘natuurlijke’ kolk is bijzonder: op andere plaatsen ontstaan kolken na dijkdoorbraken.
Afwatering
De Wiessenbergse Kolk en de Hoenwaard maken deel uit van de uiterwaarden van de IJssel. Ze liggen in een laagte tussen de stuwwal van de Veluwe en de wal langs de rivier. Hier liggen veel oude richels en droge rivierbeddingen. Het gebied is sinds de middeleeuwen bewoond. Na de eerste dijk om het dorpje Hattem werd aan het eind van de 14e eeuw begonnen met het graven van afwateringen en verbindingswegen, zoals de Veluwse Wetering en (in 1829) het Apeldoorns Kanaal.
Geulen
Tot de aanleg van de kribben in de IJssel in de 18e eeuw kon de rivier zich hier vrij verplaatsen. De rivier slingerde niet, maar stroomde door de parallel liggende geulen in het gebied. Pas in de 20e eeuw werden de laatste broekgronden (natte gebieden) rondom Hattem ontgonnen. De uiterwaardengebieden worden sinds 1981 door Het Geldersch Landschap beheerd, het Algemene Veen werd in 2000 aangekocht.
Beheer
Ons beheer in deze uiterwaarden is gericht op het in stand houden en versterken van de natuurwaarden. In de Hoenwaard willen we de natuurlijke omstandigheden voor weidevogels optimaliseren.
Bijzondere waarden
In het Algemene Veen zijn de jeneverbesstruwelen in combinatie met de heide de grootste waarde. Ook groeien er negen soorten korstmossen. Verder liggen in dit gebied kansen voor de ontwikkeling van een biotoop voor de knoflookpad. Bijzonder zijn ook de twee natuurlijke kolken bij ’t Kolkhuis.
De Hoenwaard is een fraaie uiterwaard met een oeverwal, zeldzaam voorkomende rivierduinen, dekzandruggen en kolken. De grootste waarden zijn de graslanden met hun bijzondere vegetaties en weidevogels. Op twee plekken groeien wilde kievitsbloemen. Op de dekzandrug (de Hezenberg) heeft een huis gestaan; mogelijk liggen de resten daarvan nog in de grond.
De Wiessenbergse Kolk herbergt bijzondere natuurwaarden, zoals de bijzondere plantensoorten van de slijkgroen-associatie. In dit vegetatietype komen het zeldzame klein glaskroos en klein sterrenkroos voor. Ook herbergt de kolk bevers; zij hebben hier minimaal twee burchten.
Beheer in een notendop
Het beheer in het Algemene Veen bestaat uit het in stand houden van de heide en de jeneverbesstruiken. Om ervoor te zorgen dat niet de hele heide dichtgroeit met jeneverbes, overwegen we begrazing met schapen. Als het heideterrein zich uitbreidt, zullen we de oude eiken op het dijklichaam in stand houden en zo nodig verjongen.
In de Hoenwaard werken we samen met een lokale agrariër aan natuurinclusieve landbouw, die de weidevogels ten goede komt. Dit betekent onder andere begrazing met brandrode runderen. Ook beheren we het gebied zodanig dat de kievitsbloemen optimale condities hebben. De Hezenberg wordt beheerd als schraalland met zorg voor de archeologische waarden.
Wiessenbergse Kolk en IJsselstein
In de Wiessenbergse Kolk wordt extensief begraasd door koeien, om het grasland open te houden en voldoende kiemplaatsen voor het klein glaskroos en klein sterrenkroos te creëren. De bospercelen bestaan voornamelijk uit berk, els en wilg; die moeten (vanwege de Rivierenwet) gedeeltelijk periodiek afgezet worden.
In het noorden ligt nog een vierde uiterwaardengebied: IJsselstein. Dit terrein beheren we als (ruig) grasland voor de kwartelkoning. Dat betekent dat er laat in het jaar wordt gemaaid en dat het land begraasd wordt met koeien.
Natuurontwikkeling
De verschillende terreinsoorten in het gebied vragen om kleinschalig beheer. Zo blijven zeldzame planten- en diersoorten behouden en blijft het gebied aantrekkelijk voor bezoekers.
De heide van het Algemene Veen wordt opengehouden door begrazing met schapen en oude koeienrassen. Er wordt gewerkt aan de terugkeer van de knoflookpad in het gebied rond de kolken. Dit is een zeldzame paddensoort die hier tot 1994 voorkwam. Ook voor het behoud van de jeneverbesstruik worden speciale maatregelen genomen.
Regionaal belang
In de twee uiterwaarden heeft het water grotendeels vrij spel. Zo blijft dit gebied gevarieerd. De drie natuurgebieden zijn relatief klein, maar hebben toch een regionaal belang. Ze vormen de overgang van de droge en voedselarme Veluwe naar de natte en voedselrijke uiterwaarden. Er wordt gewerkt aan het verbeteren van die verbinding, zodat dier- en plantensoorten zich op een natuurlijke manier kunnen verplaatsen.
Bekijk de beheervisie voor het terreincluster Hattemerpoort.