Meester Kok
Ontdek Meester Kok
Een klein deel van het oude scholtengoed Boeijink met historische boerderij en korenspieker aan de fraai kronkelende Ratumse Beek.
De boerderij
Interieur en erf
De voorgevel is geheel in baksteen opgetrokken en heeft de gebruikelijke houten geveltop. Ondanks de verbouwing tot woonboerderij in de jaren 1963-1964 is de oorspronkelijke indeling intact gebleven. De 18e-eeuwse houten wand met de deur en bedsteden bleef bewaard. Het grootste woonvertrek heeft nog de vloer van potscheuren (een bijproduct van de steengoedfabricage) en een deels betegelde schouw.
Op het erf zijn een weefhuisje in vakwerk, een grote houten schuur en een waterput met haal te zien. De ‘moezenspieker’ (een voorraadschuur op stenen pijlers om de voorkomen dat de ‘moezen’ of muizen bij de voorraad kunnen komen) is uit Duitsland afkomstig. Deze werd in 1974 toegevoegd aan het complex, op de plaats waar oorspronkelijk ook een spijker of spieker stond.
Locatie & voorzieningen
Locatie
Moezebrinkweg 2
7106 CP Winterswijk Ratum
Regio Achterhoek – Gemeente Winterswijk
Verworven 2001 – Oppervlakte 2 ha
Voorzieningen
-
Wandelen
-
Monumentaal gebouw
Geschiedenis
Boeijink-Ratum is een van de oudere scholtengoederen in Winterswijk. Al in 1273 wordt het voor het eerst genoemd. Oude rentmeestersrekeningen geven een goed inzicht in wat een scholtenboer geacht werd zoal te doen voor zijn heer.
In deze rentmeestersrekeningen werd nauwkeurig bijgehouden welke scholte welke dienst moest leveren. Zo moesten Kossink en Boeijink-Ratum blijkens een hofboek uit 1615 samen voer- en wagendiensten verrichten voor de heer van Bredevoort, zowel in het binnenland als in het buitenland. Het is niet verwonderlijk dat juist de scholten deze diensten moesten verrichten: als grote boeren waren zij waarschijnlijk de enigen die paarden hadden of deze een tijdje konden missen. Boeijink was verplicht brandhout te leveren aan de heer van Bredevoort. Dit werd later afgekocht, omdat er te weinig bos overbleef in de streek. Ook was er de verplichting om de jachthonden en de jagers van de heer tweemaal ‘s jaars van eten en drinken te voorzien tijdens hun jachtpartijen.
In 1741 wordt vermeld dat Boeijink-Ratum een vrijzitter van de ondervoogd van Winterswijk (onderburgemeester) was, wat inhield dat Boeijink aan diens onderhoud betaalde en daarom minder aan de heer hoefde te betalen.
Van de vakwerkboerderij Meester Kok, die schuilgaat achter twee oude linden, is de ontstaansgeschiedenis niet geheel duidelijk. Wel weten we dat deze hoeve tot de oudste in de omgeving wordt gerekend. De boerderij ontleent zijn naam aan enkele generaties van de familie Koks of Kok die behalve boer ook schoolmeester waren aan de school die aan de overzijde van de Ratumse Beek lag. In 2001 is boerderij Meester Kok met steun van het Steunfonds Geldersch Landschap verworven.