Hemelse heide
De heide kleurt in augustus en september op veel plekken weer prachtig paars. Stap in je wandelschoenen en ontdek onze heidegebieden. Wie weet kom je wel oog in oog te staan met een van de vele bewoners.
Paarse trosjes
In onze natuurgebieden vind je struikheide, dopheide en kraaiheide. Je herkent deze heidesoorten vooral aan de bloeitijd. Struikheide staat meestal van augustus tot half september volop in bloei. De plant met trosvormige paarse bloemetjes houdt van droge en zandige bodems én van licht: de zaden kunnen alleen ontkiemen op een open bodem.
Dopheide heeft bolvormige lila bloemen en bloeit al vroeger, in juni. Deze heidesoort houdt juist van nattere gronden en heeft het daarom wel steeds moeilijker. Veel vochtige gebieden staan onder druk en drogen uit, waardoor ook daar struikheide het overneemt. Nog eerder bloeit de kraaiheide, in april en mei. Echt opvallend is de bloei niet, maar de zwarte besjes zijn geliefd bij vogels. Vooral bij kraaien, vandaar de naam.
In dit filmpje over de Loenermark kom je o.a. meer te weten over de verschillende heideplanten.
Heidebewoners
Op en rond de heide leeft van alles. Wild als reeën, edelherten en wilde zwijnen, maar misschien nog wel indrukwekkender: een bijzonder rijk insectenleven van bijen, kevers, vlinders en nog veel meer. Denk aan het imposante vliegend hert of het zeldzame gentiaanblauwtje, dat haar eitjes alleen legt op de bloemen van de eveneens zeldzame klokjesgentiaan. De heide is ook het thuis van talloze mierenkolonies. En in hun kielzog hun grote vijand: de mierenleeuw die ze in een zelf gegraven val lokt, een kuiltje in het zand. Ook reptielen en amfibieën houden zich volop schuil in het heidelandschap. De zandhagedis bijvoorbeeld, hazelwormen, adders, heikikkers en op waterrijke plekken de ringslang.
Paars mozaïek
Van de gronden die GLK beheert, bestaat 7 procent uit heide, zandgronden en vennen, waarvan het merendeel (ruim 700 hectare) droge heide betreft. Naast grotere gebieden waar uitgestrekte heidevelden en bossen of stuifzandvlaktes elkaar afwisselen, zoals de Loenermark, de Tongerense Heide, het Wekeromse Zand en De Haere, beheren we vele kleine heideveldjes die deel uitmaken van een groter gevarieerd landschap.
Hier vind je alle GLK-terreinen.
Deze heidegronden zijn allemaal oude cultuurlandschappen waar vroeger grazende schapen het beeld bepaalden. Dat vroegere droge, schrale heidesysteem wil GLK graag in stand houden, want de ecologische waarden zijn groot. Vaak bestaan de gebieden uit een mozaïek van bos en heide, met open zand tot opkomend bos en alle fases daartussen. Dat trekt een heel scala aan verschillende soorten aan, van insecten en vogels tot reptielen en amfibieën. Een heel rijk systeem dus!
Krassen en snorren
Veel vogelsoorten weten de heide eveneens te waarderen. Je kunt ze op de open heidevlaktes gemakkelijk zien, maar vooral horen, zangvogels als de roodborsttapuit bijvoorbeeld. Het rauwe kraakgeluid van de raaf draagt ver over de hele omgeving, maar pas echt mysterieus is de typische snorrende zang van de nachtzwaluw. Luister maar goed als je op een warme zomeravond op de heide bent, want zodra de schemering valt, wordt deze vogel bijna overal actief. Dan gaat ie boven de heide op jacht naar grote insecten als nachtvlinders.
Snoeien en grazen
Om te voorkomen dat de heide dichtgroeit tot bos, voert GLK diverse vormen van beheer uit. Zoals het handmatig verwijderen van opkomende boompjes, waarvoor vele vrijwilligers jaarlijks in actie komen met snoeischaar of takkenschaar. Bijna al onze heideterreinen zijn eens in de 3 of 4 jaar aan de beurt. Op de Loenermark zorgen grazende Veluwse heideschapen voor deze klus en op het Wekeromse Zand een kudde heidekoeien.
Heidehaantje
De laatste jaren zien sommige delen van de heide er helaas wat bruin en aangetast uit: het gevolg van het heidehaantje, een kevertje dat aanzienlijke schade aan de heideplanten kan aanrichten. Ook op alle GLK-heideterreinen hebben we hier in meerdere of mindere mate mee te maken. Vooral de larven van het diertje kunnen de heideplanten in korte tijd decimeren. De aangetaste struiken sterven af, maar de heide herstelt zich wel weer na een aantal jaren doordat nieuwe zaden ontkiemen. Door de heide te maaien of af te branden en het materiaal af te harken, helpen we daar een handje bij. Ook al sterft een deel van de heide, toch zien we een plaag van het heidehaantje als natuurlijk proces en maken we ons hier niet al te veel zorgen om. De heide verjongt en kevers en larven bieden ook voedsel aan diverse vogelsoorten.
Op pad door paarse pracht
Wil je zelf de heide bewonderen, dan kan dat te voet, te paard of op de fiets. Vooral De Dellen bij Epe, Wilde Kamp bij Garderen, de Loenermark en Petrea bij Wapenveld zijn deze tijd van het jaar een bezoekje waard. Je kunt ook op stap met de boswachter.
Let op: veel van de hierboven genoemde soorten zijn kwetsbaar en beschermd. Let dus op dat ze niet verstoord worden. Respecteer de natuur: maak geen lawaai, neem afval mee en geniet vanaf de paden.