Kasteel Ammersoyen
Al sinds de Middeleeuwen staat kasteel Ammersoyen als een baken in de Bommelerwaard. Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog kwam de burcht in de frontlinie te liggen en raakte zwaar beschadigd. Geldersche Kasteelen redde het indrukwekkende bouwwerk van verder verval met een ingrijpende, zestien jaar durende restauratie én herstelde daarmee ook het unieke, middeleeuwse karakter.
Kasteel Ammersoyen in hoogtijdagen
Het vierkante kasteel met vier hoektorens is rond 1325 vanuit één grondplan gebouwd. Bijzonder voor die tijd, want de meeste middeleeuwse kastelen kwamen in verschillende bouwperioden tot stand. De stevige burcht was door de eeuwen heen het bezit van een keur aan illustere personen en welvarende families, waaronder de hertogen van Gelre. In de 16de en 17de eeuw was het kasteel vier generaties lang in bezit van de rijke familie Van Arkel.
In deze periode brak een grote brand uit die zelfs de dood van kasteelheer George van Arkel tot gevolg had. Het was kleinzoon Thomas Walraven die het kasteel in de 17de eeuw, na ruim een halve eeuw, weer herstelde in zijn oude middeleeuwse glorie en tegelijkertijd meer comfort aanbracht in het interieur. Later vererfde het kasteel in opeenvolgende Zuid-Nederlandse families.
De laatste in deze lijn was Arthur Baron de Woëlmont, die het kasteel aanpaste aan de tijdgeest en neogotische stijlelementen liet aanbrengen. Hij verkocht het kasteel in 1873 aan de R.K. Parochie in Ammerzoden. Het kasteel werd vervolgens een Clarissenklooster.
Kasteel Ammersoyen in verval
In het najaar van 1944 kwam de Bommelerwaard aan het front te liggen. De zusters Clarissen, die Ammersoyen toen nog altijd bewoonden, stelden het kasteel ruimhartig open voor mensen in nood. Totdat in januari 1945 iedereen moest evacueren, ook de Clarissen. Het kasteel raakte zeer zwaar beschadigd door de geallieerde beschietingen vanaf de overzijde van de Maas. Hoewel een groot deel van het zware muurwerk standhield, keerden de zusters na de bevrijding niet terug in het vervallen gebouw. Geldersche Kasteelen spande zich direct na de oorlog in voor behoud van het kasteel, maar moest eerst toezien hoe het gebouw werd verkocht aan een wasmachinefabrikant. De fabrieksfunctie had het nog steeds toen Geldersche Kasteelen het uiteindelijk in 1957 verwierf.
Er volgde een omvangrijke restauratie, die duurde van 1959 tot en met 1975. Behalve de recente oorlogsschade had het bouwwerk al meerdere keren in zijn geschiedenis flink wat te verduren gehad, van een belegering tot de verwoestende brand uit 1590. Door de eeuwen heen raakten sommige middeleeuwse elementen uit het zicht. Veel van deze middeleeuwse bouwsporen kwamen tijdens de restauratiewerkzaamheden door Geldersche Kasteelen aan het licht. Daarom besloot men het oorspronkelijke karakter van het kasteel zoveel mogelijk terug te brengen. Zo werden onder meer complete muurtrappen blootgelegd en hersteld en bleken er achter het saaie witte pleisterwerk vele andere onverwachte ontdekkingen schuil te gaan, van schouwen tot kaarsnissen en waterputten.
Bovendien kwam een schat aan archeologische vondsten aan de oppervlakte toen de omringende gedempte gracht opnieuw werd uitgegraven. Dit leverde een ongekende hoeveelheid objecten op; een unicum in Nederland en daarbuiten.
Het herstel van kasteel Ammersoyen wijkt met deze aanpak – terugkeer naar het oorspronkelijke middeleeuwse karakter – af van andere projecten van Geldersche Kasteelen. Meestal is het uitgangspunt: zoveel mogelijk sporen van opeenvolgende bewoners bewaren. De keuze voor het terugbrengen van de vele unieke middeleeuwse elementen leidden er in dit geval toe dat latere aanpassingen moesten wijken, zoals de voor de Clarissen in 1893 aangebouwde kapel.
Kasteel Ammersoyen vandaag de dag
Na zestien jaar restauratie opende Z.K.H. Prins Claus in 1976 kasteel Ammersoyen voor het publiek. Nu kunt u er een prachtig middeleeuws kasteel bewonderen, dwalen over muurtrappen en allerlei bijzondere bouwkundige details ontdekken. Dit alles, inclusief een representatief deel van de uitgebreide collectie grachtvondsten, is allemaal te bezichtigen dankzij de omvangrijke hersteltaak die Geldersche Kasteelen zichzelf in de jaren 50 had gesteld.