Helpende hand voor de ringslang
Vrijwilligers van GLK staan op landgoed Hagen en Breukinkheide (in de volksmond de Kruisbergse bossen bij Doetinchem) te springen om aan het werk te gaan. Met de riek in de hand lopen ze door het natuurgebied. Het doel: broeihopen aan te leggen waar in de aankomende jaren hopelijk de eieren te vinden zijn van de ringslang
Tientallen jaren geleden was het een vanzelfsprekendheid dat je ringslangen tegenkwam in de Achterhoek. Mest- en composthopen op boerderijen en tuinen zorgden ervoor dat de ringslang zijn eieren in die hopen kon afzetten. Maar door het verdwijnen van deze landschapselementen heeft het reptiel het de laatste jaren steeds moeilijker gekregen. In en rondom Hagen en Breukinkheide zijn ze verdwenen. Gelukkig zijn ze nog wel te vinden in het verderop gelegen Heidenhoek, een gebied van Staatsbosbeheer. Door middel van broeihopen proberen we de ringslang als het ware te van Heidenhoek te begeleiden naar Hagen en Breukinkheide.
“Dit zijn hopen met takken, maaisel en mest”, legt GLK-beheerder Gerry Bulten uit. “Het idee is dat de slang in de broeihoop kruipt en daar zijn eieren afzet. Door broei komen de eieren uiteindelijk uit. Maar zover is het nog niet. De komende jaren moeten de slangen hun weg vinden naar natuurgebied Hagen. Daar hopen we op!”
Belangrijke schakel
De ringslang is een belangrijke schakel in de natuur. Als hij in het gebied aanwezig is, dan is dit een voorzichtige indicatie dat het goed gaat met de natuur. Om die ringslang weer een weg te laten vinden in de Achterhoek, leggen vrijwilligers van GLK broeihopen aan. Hierbij worden ze begeleid door Tariq Stark van Reptielen, Amfibieën en Vissen Onderzoek Nederland (RAVON), een kennisorganisatie voor reptielen, amfibieën en vissen. Een broeihoop kun je ook heel gemakkelijk in de tuin aanleggen. Op www.broeihopen.nl lees je alles over de ringslang, broeihopen en hoe jij deze mooie soort een steuntje in de rug kunt bieden!
Ringslang
De ringslang is een watergebonden slang. Hij heeft ronde pupillen, gekielde schubben en twee duidelijke gele en zwarte vlekken achter de kop. Het is de grootste slang in Nederland (tot 1,20 m). Hij is niet giftig en bijt zelfs niet als hij gevangen wordt. De leefomgeving van de slang ligt op zandgronden en op de overgangen van zandgrond naar veen- en kleigronden. Grote oppervlaktes en laag gelegen, natte gebieden worden gemeden, omdat de soort daar vaak niet alle stadia van zijn levenscyclus kan doorlopen. Met name de ontwikkeling van de eieren en de overwintering vormen in polders een probleem. De ringslang is in Nederland een zeldzame diersoort die op de rode lijst staat.