Update Ruimte voor Defensie
Als onderdeel van het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie wordt er gezocht naar nieuwe locaties en uitbreiding van bestaande locaties voor defensie-activiteiten. Deze week informeerde het Ministerie van Defensie de Tweede Kamer over een aantal locatie-alternatieven die werden onderzocht.
Wapenveld niet verder onderzocht
We zijn blij te vernemen dat het alternatief voor een nieuw springterrein bij Wapenveld, dat ons gebied Petrea zou raken, niet verder onderzocht zal worden (zie ons eerdere nieuwsbericht). Daarbij wordt door Defensie als toelichting gegeven: de locatie ligt in Natura 2000-gebied en is niet eenvoudig uitvoerbaar binnen het geldende juridisch kader en de vigerende natuur- en milieuwetgeving. Daarnaast zijn er op deze locatie andere significant negatieve effecten zoals het aantal geraakte woningen en hinder op omgeving. Overigens wordt er wel gemeld dat dit niet betekent dat dit locatie-alternatief definitief afvalt.
Ook de Loenense bossen zullen niet verder onderzocht worden als locatie voor een nieuw springterrein. De Terletse Heide tussen Arnhem en Rozendaal blijft wel in beeld.
Over de uitbreiding van het Artillerie Schietkamp bij Elburg en de plannen voor laagvliegen over delen van Gelderland zijn nog geen uitspraken gedaan.
Natuur niet voor niets beschermd
We hebben begrip voor het belang van defensie-activiteiten maar wij blijven ons standpunt uitdragen dat kwetsbare natuurgebieden moeten worden ontzien, juist op de Veluwe. Dit is het grootste aaneengesloten natuurgebied van Nederland en tevens het gebied waar de natuur het meest onder druk staat als gevolg van menselijk handelen. Door overmatige stikstofdepositie, vervuiling, verdroging, versnippering en verstoring zijn deze gebieden hun veerkracht verloren. Extra activiteiten die schade doen aan natuur zijn daarom onwenselijk. Er gelden niet voor niets nationale en internationale afspraken om beschermde gebieden als de Veluwe te behouden en te versterken.
Vervolgstappen
Naar verwachting worden In het eerste kwartaal van 2025 de voorlopige voorkeurslocaties bekend gemaakt en ter inzage gelegd. Stakeholders kunnen dan weer zienswijzen indienen.