Bewoners kasteel Rosendael
Kasteel Rosendael is lange tijd de ‘logeerplek’ van de rondtrekkende graven en hertogen van Gelre, die het slot stichten rond 1300. De achtereenvolgende aanzienlijke geslachten Van Dorth, Van Arnhem, Torck en Van Pallandt hebben sinds de 16de eeuw het kasteel in bezit. Het adellijke geslacht Torck laat in de 18de en 19de eeuw het kasteel flink verbouwen en de tuin ingrijpend verfraaien.
Willem Frederik Torck
De laatste heer van Rozendaal, Willem Frederik Torck, baron van Pallandt overlijdt op 15 september 1977. Hij is geboren tegenover het kasteel in de villa Rozeneath, de plaats waar nu het gemeentehuis van de gemeente Rozendaal staat. Met zijn verscheiden eindigt een tijdperk. Een tijdperk, waarin altijd een heer van Rosendael op het kasteel ‘regeert’.
In zijn testament bepaalt de baron dat het kasteel en het landgoed van vijftig hectaren één geheel moet blijven. In 1977 draagt hij huis en landgoed over aan de Stichting Het Geldersch Landschap. De Stichting Het Geldersch Landschap geeft het kasteel in erfpacht aan de Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen, tegenwoordig één werkorganisatie.
Quaco
Quaco is de hoofdpersoon in het eerste stripverhaal over het Nederlandse slavernijverleden. In 1780 krijgt de familie Torck van Rosendael Quaco ‘cadeau’. Quaco werd als tot slaaf gemaakte verscheept van Suriname naar Nederland. Op die manier is ook de geschiedenis van Rosendael verbonden met het Nederlandse slavernijverleden.
In Rosendael wordt Quaco gedoopt in de plaatselijke kerk onder de naam Willem Stedman of Stidtman, vernoemd naar zijn eerdere meester. Hij werkte twaalf jaar op kasteel Rosendael. Op de website van Erfgoed Gelderland vind je het hele verhaal van Quaco.